C-456/07 - Mihal

Printed via the EU tax law app / web





Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 21 mei 2008 – Mihal / Daňový úrad Košice V

(Zaak C‑456/07)

„Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor procesvoering – Zesde btw-richtlijn – Belastingplichtigen – Artikel 4, lid 5, eerste alinea – Publiekrechtelijke lichamen – Gerechtsdeurwaarders – Natuurlijke personen en rechtspersonen”

Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Belastingplichtigen (Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 4, lid 5, eerste alinea) (cf. punt 23)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Najvyšší súd Slovenskej republiky – Uitlegging van artikel 4, lid 5, eerste alinea, van richtlijn 77/388/EEG: Zesde richtlijn van de Raad, van 17 mei 1977, betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) – Niet-belastingplichtigheid van publiekrechtelijk lichaam dat werkzaamheden of handelingen als overheid verricht – Gerechtsdeurwaarders bij het verrichten van hun ambtelijke werkzaamheden daaronder begrepen – Rechtstreekse werking

Dictum

Een door een particulier uitgeoefende werkzaamheid, zoals die van gerechtsdeurwaarder, is niet van belasting over de toegevoegde waarde vrijgesteld op de enkele grond dat zij bestaat in het verrichten van overheidshandelingen. Zelfs al verricht de gerechtsdeurwaarder dergelijke handelingen in de uitoefening van zijn ambt, volgens een wettelijke regeling als die welke aan de orde is in het hoofdgeding, verricht hij zijn werkzaamheden niet als publiekrechtelijk lichaam, daar hij geen deel uitmaakt van de overheid, maar in de vorm van een economische werkzaamheid als zelfstandige in het kader van een vrij beroep, en bijgevolg komt hij niet in aanmerking voor de vrijstelling voorzien in artikel 4, lid 5, eerste alinea, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad, van 17 mei 1977, betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag.