26.8.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 288/21 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 13 mei 2019 — HF/Finanzamt Bad Neuenahr-Ahrweiler
(Zaak C-374/19)
(2019/C 288/27)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: HF
Verwerende partij: Finanzamt Bad Neuenahr-Ahrweiler
Prejudiciële vraag
Is een belastingplichtige die een investeringsgoed met het oog op belast gebruik met recht op aftrek van voorbelasting vervaardigt (in casu: optrekken van een gebouw voor het exploiteren van een cafetaria), verplicht de aftrek van voorbelasting op grond van artikel 185, lid 1, en artikel 187 van de btw-richtlijn (1) te herzien, wanneer hij de activiteit die recht geeft op deze aftrek (in casu: exploitatie van de cafetaria), staakt, en het investeringsgoed thans niet meer wordt gebruikt in de omvang van het voordien belaste gebruik?
(1) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).