-

Printed via the EU tax law app / web

C_2021028NL.01001701.xml

25.1.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 28/17


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 14 oktober 2020 — B AG / Finanzamt A

(Zaak C-515/20)

(2021/C 28/25)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesfinanzhof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: B AG

Verwerende partij: Finanzamt A

Prejudiciële vragen

1)

Moet het begrip “brandhout” in artikel 122 van richtlijn 2006/112/EG (1) aldus worden uitgelegd dat het iedere vorm van hout omvat die op grond van zijn objectieve eigenschappen uitsluitend bestemd is om te worden verbrand?

2)

Kan een lidstaat die op grond van artikel 122 van richtlijn 2006/112/EG een verlaagd tarief voor leveringen van brandhout in het leven roept, voor de vaststelling van de juiste omschrijving van het toepassingsgebied daarvan gebruikmaken van de gecombineerde nomenclatuur overeenkomstig artikel 98, lid 3, van richtlijn 2006/112/EG?

3)

Indien de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord: mag een lidstaat de hem bij artikel 122 en artikel 98, lid 3, van richtlijn 2006/112/EG toegekende bevoegdheid om voor de vaststelling van de omschrijving van het toepassingsgebied van de verlaging van het belastingtarief voor leveringen van brandhout gebruik te maken van de gecombineerde nomenclatuur, met inachtneming van het beginsel van fiscale neutraliteit aldus uitoefenen dat de leveringen van verschillende vormen van brandhout die op grond van hun objectieve kenmerken en eigenschappen van elkaar verschillen, maar die uit het oogpunt van de gemiddelde consument aan dezelfde behoefte (in casu: verwarmen) voldoen — waarbij het vergelijkbare gebruik de maatstaf is — en dus met elkaar concurreren, aan verschillende belastingtarieven zijn onderworpen?


(1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1)