-

Printed via the EU tax law app / web

C_2021289NL.01002901.xml

19.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 289/29


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (Litouwen) op 7 mei 2021 — Vittamed technologijos/Valstybinė mokesčių inspekcija

(Zaak C-293/21)

(2021/C 289/40)

Procestaal: Litouws

Verwijzende rechter

Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Vittamed technologijos UAB, in vereffening

Verwerende partij: Valstybinė mokesčių inspekcija

Prejudiciële vraag

Moeten de artikelen 184 tot en met 187 van richtlijn 2006/112/EG (1) van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde aldus worden uitgelegd dat een belastingplichtige gehouden is (of niet gehouden is) tot herziening van de aftrek van belasting over de toegevoegde waarde (btw) die is geheven over de verwerving van goederen en diensten met het oog op de vervaardiging van kapitaalgoederen, indien het voornemen om die goederen te gebruiken voor belastbare economische activiteiten niet langer bestaat omdat de eigenaar (aandeelhouder) van de belastingplichtige besluit de belastingplichtige te liquideren en die belastingplichtige verzoekt te worden verwijderd uit het register van btw-plichtigen? Is voor de beantwoording van die vraag relevant wat de reden was voor het besluit om de belastingplichtige te liquideren, in dit geval wegens toenemende verliezen, het uitblijven van bestellingen en de twijfels van de aandeelhouder met betrekking tot de winstgevendheid van de geplande (voorgenomen) economische activiteit?


(1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).