-

Printed via the EU tax law app / web

C_2021382NL.01001302.xml

20.9.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 382/13


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg (Duitsland) op 14 juni 2021 — R.T. / Hauptzollamt Hamburg

(Zaak C-368/21)

(2021/C 382/17)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Finanzgericht Hamburg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: R.T.

Verwerende partij: Hauptzollamt Hamburg

Prejudiciële vragen

1)

Moeten de artikelen 30 en 60 van richtlijn 2006/112/EG (1) aldus worden uitgelegd dat de plaats van invoer voor btw-doeleinden van een in een derde land geregistreerd vervoermiddel dat in strijd met de douanewetgeving de Unie wordt binnengebracht, is gelegen in de lidstaat waar de uit de douanewetgeving voortvloeiende verplichtingen zijn geschonden en waar het vervoermiddel voor het eerst als vervoermiddel in de Unie is gebruikt, dan wel in de lidstaat waar de persoon die deze verplichtingen heeft geschonden, is gevestigd en het voertuig gebruikt?

2)

Ingeval de plaats van invoer is gelegen in een andere lidstaat dan Duitsland: is een bepaling van een lidstaat die artikel 87, lid 4, van verordening (EU) nr. 952/2013 (2) van overeenkomstige toepassing verklaart op de btw bij invoer, in strijd met richtlijn 2006/112, in het bijzonder de artikelen 30 en 60 daarvan?


(1)  Richtlijn van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).

(2)  Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB 2013, L 269, blz. 1).