-

Printed via the EU tax law app / web

C_2021349NL.01002202.xml

30.8.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 349/22


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesfinanzgericht (Oostenrijk) op 21 juni 2021 — P GmbH

(Zaak C-378/21)

(2021/C 349/28)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesfinanzgericht

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: P GmbH

Verwerende overheidsinstantie: Finanzamt Österreich

Prejudiciële vragen

1)

Is degene die een factuur heeft uitgereikt, overeenkomstig artikel 203 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1) de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd wanneer er, zoals in het onderhavige geval, geen gevaar voor verlies van belastinginkomsten kan bestaan, omdat de afnemers van de diensten geen eindverbruikers zijn die recht op aftrek hebben?

2)

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord en degene die een factuur heeft uitgereikt dus overeenkomstig artikel 203 van die richtlijn de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd is:

a)

Kan de correctie van de facturen tegenover de afnemers achterwege blijven wanneer er geen gevaar voor verlies van belastinginkomsten kan bestaan en de correctie van de facturen feitelijk onmogelijk is?

b)

Staat het aan de herziening van de belasting over de toegevoegde waarde in de weg dat de eindverbruikers de belasting als deel van de prijs hebben betaald, zodat de belastingplichtige zich door de herziening van de belasting over de toegevoegde waarde verrijkt?


(1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).