-

Printed via the EU tax law app / web

C_2022011NL.01001801.xml

10.1.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 11/18


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szegedi Törvényszék (Hongarije) op 4 oktober 2021 — Napfény-Toll Kft. / Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága

(Zaak C-615/21)

(2022/C 11/24)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Szegedi Törvényszék

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Napfény-Toll Kft.

Verwerende partij: Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága

Prejudiciële vraag

Moeten de beginselen van rechtszekerheid en doeltreffendheid, die deel uitmaken van het Unierecht, aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale regeling zoals § 164, lid 5, van az adózás rendjéről szóló 2003. évi XCII. törvény (wet nr. XCII van 2003 tot vaststelling van het wetboek fiscaal procesrecht; hierna: “oud wetboek fiscaal procesrecht”), die de rechter geen beoordelingsbevoegdheid laat, en de daarop gebaseerde praktijk volgens welke de verjaring van het recht van de belastingdienst om de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: “btw)” vast te stellen tijdens de volledige duur van de bestuursrechtelijke beroepsprocedures wordt geschorst, ongeacht het aantal nieuwe procedures na terugverwijzing door de rechter, en de duur van de periodes van schorsing tijdens de bestuursrechtelijke beroepsprocedures zonder beperking in de tijd bij elkaar wordt opgeteld, ook wanneer de rechter met betrekking tot het besluit van de belastingdienst dat is genomen in een nieuwe procedure na terugverwijzing heeft vastgesteld dat de belastingdienst niet had voldaan aan de aanwijzingen die de rechter in een eerdere procedure had gegeven, dat wil zeggen dat het aan de belastingdienst te wijten is dat er wederom een bestuursrechtelijke beroepsprocedure is ingesteld?