-

Printed via the EU tax law app / web

C_2022064NL.01001402.xml

7.2.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 64/14


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Vrhovno sodišče Republike Slovenije (Slovenië) op 5 november 2021 — NEC PLUS ULTRA COSMETICS AG / Republiek Slovenië

(Zaak C-664/21)

(2022/C 64/23)

Procestaal: Sloveens

Verwijzende rechter

Vrhovno sodišče Republike Slovenije (Slovenië)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: NEC PLUS ULTRA COSMETICS AG

Verwerende partij: Republiek Slovenië

Prejudiciële vraag

Staan de bepalingen van de btw-richtlijn (1), en met name artikel 131 en artikel 138, lid 1, daarvan, en de beginselen van Unierecht, met name de beginselen van fiscale [omissis] neutraliteit, doeltreffendheid en evenredigheid, in de weg aan een nationale regeling die reeds tijdens de administratieve procedure in eerste aanleg en meer in het bijzonder in het kader van de opmerkingen die worden ingediend met betrekking tot het proces-verbaal van de belastingcontrole waarvan kennis is gegeven voordat de naheffingsaanslag is opgelegd, verbiedt om nieuwe bewijsstukken aan te voeren en te aanvaarden waarmee kan worden aangetoond dat is voldaan aan de materiële vereisten van artikel 138, lid 1, van de btw-richtlijn?


(1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).