-

Printed via the EU tax law app / web

C_2022380NL.01000302.xml

3.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 380/3


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 5 juli 2022 — P sp. z o.o. / Dyrektorowi Izby Administracji Skarbowej w Lublinie

(Zaak C-442/22)

(2022/C 380/05)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Naczelny Sąd Administracyjny

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: P sp. z o.o.

Verwerende partij: Dyrektor Izby Administracji Skarbowej w Lublinie

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 203 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1(1) aldus worden uitgelegd dat in het geval een werknemer van een btw-plichtige zonder medeweten of toestemming van de werkgever een valse btw-factuur heeft uitgereikt waarop hij de gegevens van de werkgever als belastingplichtige heeft vermeld, als persoon die de btw op de factuur vermeldt en die tot voldoening van de btw gehouden is, moet worden beschouwd:

de btw-plichtige wiens gegevens onrechtmatig in de factuur zijn gebruikt, of

de werknemer die onrechtmatig btw op een factuur heeft vermeld onder gebruikmaking van de gegevens van een btw-plichtige?

2)

Is het voor het antwoord op de vraag wie, in de omstandigheden als beschreven in de eerste vraag, in de zin van artikel 203 van voornoemde richtlijn 2006/112 wordt beschouwd als de persoon die btw op de factuur vermeldt en dus tot voldoening van de btw is gehouden, van belang dat de btw-plichtige die een werknemer tewerkstelt die onrechtmatig gegevens van die btw-plichtige op de factuur vermeldt, kan worden verweten bij het toezicht op de werknemer niet de nodige zorgvuldigheid te hebben betracht?


(1)  PB 2006, L 347, blz. 1.