Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go





Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 6 maart 2007 – Ceramika Paradyź / Dyrektor Izby Skarbowej w Łodzi

(Zaak C-168/06)

„Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor procesvoering – Eerste en Zesde btw-richtlijn – Feiten die hebben plaatsgevonden vóór toetreding van Republiek Polen tot Europese Unie – Bevoegdheid van Hof”

Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van Hof – Grenzen (Art. 234 EG) (cf. punten 21-25)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Wojewódzki Sąd Administracyjny w Łodzi (Polen) – Uitlegging van artikel 2, tweede alinea, van de Eerste richtlijn (67/227/EEG) van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (PB 71, blz. 1301), alsmede van artikel 2, artikel 10, lid 1, sub a, en lid 2, en artikel 27, lid 1, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) – Nationale wettelijke regeling waarbij een additionele belasting wordt opgelegd wanneer onregelmatigheden in de aangifte van de btw-plichtige worden vastgesteld

Dictum

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is niet bevoegd om te antwoorden op de vragen van de Wojewódzki Sąd Administracyjny w Łodzi.