9.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 116/10 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nógrád Megyei Bíróság (Republiek Hongarije) op 30 januari 2008 — PARAT Automotive Cabrio Textiltetőket Gyártó Kft./Adó- és Pénzügyi Elenőrzési Hivatal Hatósági Főosztály Észak-magyarországi Kihelyezett Hatósági Osztály
(Zaak C-74/08)
(2008/C 116/18)
Procestaal: Hongaars
Verwijzende rechter
Nógrád Megyei Bíróság
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: PARAT Automotive Cabrio Textiltetőket Gyártó Kft.
Verwerende partij: Adó- és Pénzügyi Elenőrzési Hivatal Hatósági Főosztály Észak-magyarországi Kihelyezett Hatósági Osztály
Prejudiciële vragen
1) |
Was de regeling van artikel 38, lid 1, sub a, van de általános forgalmi adóról szóló 1992. évi LXXIV. törvény (wet nr. LXXIV van 1992 inzake de omzetbelasting) ten tijde van de toetreding van de Republiek Hongarije tot de Europese Unie op 1 mei 2004 verenigbaar met artikel 17 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag? (1) |
2) |
Ingeval deze vraag ontkennend wordt beantwoord: kan verzoekster zich bij de uitoefening van het recht op aftrek rechtstreeks beroepen op artikel 17 van de Zesde richtlijn, gelet op artikel 38, lid 1, sub a, van wet nr. LXXIV van 1992 inzake de omzetbelasting? |
(1) PB L 145, blz. 1.