Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

6.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 129/2


Beroep ingesteld op 29 januari 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk der Nederlanden

(Zaak C-41/09)

2009/C 129/03

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekster: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: D. Triantafyllou en W. Roels, gemachtigden)

Verweerder: Koninkrijk der Nederlanden

Conclusies

1.

vast te stellen dat het Koninkrijk der Nederlanden, door een verlaagd BTW-tarief toe te passen op de levering, invoer en intracommunautaire verwerving van bepaalde levende dieren, en met name paarden, die niet gewoonlijk bestemd zijn voor de bereiding of de productie van levensmiddelen voor menselijke of dierlijke consumptie, de krachtens artikel 12 in samenhang met bijlage H bij de Zesde BTW-richtlijn (1) — artikelen 96, 97, 98 en artikel 99, lid 1, in samenhang met bijlage III bij de BTW-richtlijn (2) — op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen;

2.

het Koninkrijk der Nederlanden in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

De Commissie is van oordeel dat de Nederlandse Wet op de omzetbelasting inbreuk maakt op de bepalingen van de artikelen 96, 97, 98, en van artikel 99, lid 1, in samenhang met bijlage III bij de BTW-richtlijn door een verlaagd BTW-tarief toe te passen op de levering van bepaalde levende dieren (met name paarden), ook in gevallen waarin deze dieren niet voor de voortbrenging of de productie van voedingsmiddelen bestemd zijn. Meer bepaald is de Commissie van mening dat levende dieren — en met name paarden — die gewoonlijk niet voor gebruik als voedingsmiddel bestemd zijn, niet onder categorie 1 van bijlage III bij de BTW-richtlijn vallen.

Categorie I van bijlage III moet zoals iedere andere bepaling betreffende de verlaagde BTW-tarieven volgens vaste rechtspraak strikt worden uitgelegd. Bovendien is het verlaagde tarief, gelet op de formulering van categorie 1 in bijlage III bij de richtlijn, van toepassing op levensmiddelen.


(1)  Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1).

(2)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 11).