Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

26.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 233/3


Beroep ingesteld op 24 juni 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Republiek Polen

(Zaak C-228/09)

2009/C 233/04

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: D. Triantafyllou en A. Stobiecka-Kuik, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Polen

Conclusies

vaststellen dat de Republiek Polen, door het bedrag van de „opłata rejestracyjna” (registratierecht) op te nemen in de maatstaf van heffing van de in Polen over de levering, de intracommunautaire verwerving of de invoer van een personenvoertuig geheven belasting over de toegevoegde waarde, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 78, 79, 83 en 86 van richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1);

de Republiek Polen verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep wordt de Republiek Polen verweten dat zij in geval van levering, intracommunautaire verwerving of invoer van niet-geregistreerde personenvoertuigen in die lidstaat het bedrag van het registratierecht opneemt in de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde.

Volgens de Commissie is er sprake van een fundamentele overeenkomst tussen de Poolse belasting/registratierecht waarom het in de onderhavige zaak gaat, en de Deense belasting/registratierecht in zaak C-98/05, De Danske Bilimportører. In die zaak heeft het Hof verklaard dat de desbetreffende belasting/registratierecht niet dient te worden opgenomen in de maatstaf van heffing van de btw.

De Commissie stelt zich op het standpunt dat het mechanisme van heffing van het Poolse registratierecht in geval van meerdere opeenvolgende transacties die betrekking hebben op hetzelfde voertuig vóór de registratie, aantoont dat het daarbij, gelet op de aard ervan, om een belasting/registratierecht gaat en niet om een belasting over de verkoop, zoals de Republiek Polen stelt. De belastingplichtige kan namelijk het bedrag van het registratierecht aftrekken van het bedrag van de verschuldigde belasting. Dat betekent dat de belasting/registratierecht via het stelsel van aftrek van voorbelasting uiteindelijk maar eenmaal wordt geheven.

De Commissie brengt tegen het argument van de Republiek Polen in dat de verkoper, degene die de intracommunautaire verwerving verricht of de importeur van het voertuig verantwoordelijk is voor de betaling van het registratierecht, en niet de persoon op wiens naam het voertuig wordt geregistreerd.


(1)  PB L 347, blz. 1.