Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

7.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/26


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Session (Schotland), Edinburgh (Verenigd Koninkrijk) op 14 juli 2009 — Macdonald Resorts Limited/The Commissioners for her Majesty’s Revenue & Customs

(Zaak C-270/09)

2009/C 267/48

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

The Court of Session (Schotland), Edinburgh

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Macdonald Resorts Limited

Verwerende partij: The Commissioners for her Majesty’s Revenue & Customs

Prejudiciële vragen

1)

Wanneer MRL, in overeenstemming met het bepaalde in de statuten van de club en de bijbehorende contracten, contractuele rechten („Points Rights”) verstrekt die de verkrijger recht geven op punten die hij jaarlijks kan inwisselen voor het verblijf in en het gebruik van timeshare-accommodatie in de resorts van MRL, moet die dienst dan worden gekwalificeerd:

a)

als de verpachting of verhuur van onroerende goederen in de zin van artikel 13 B, sub b, van de Zesde btw-richtlijn (thans artikel 135, lid 1, sub l, van richtlijn 2006/112( (1))); of

b)

als lidmaatschap van een club of

c)

anderszins?

2)

Is het voor het antwoord op de eerste vraag van belang dat:

a)

in sommige gevallen de contractuele rechten worden verkregen doordat de klant bij MRL in ruil daarvoor zijn reeds bestaande rechten op verblijf in timeshare-accommodatie op een bepaalde plaats voor een of meerdere vaste weken inbrengt?

b)

de klant in een willekeurig jaar kan besluiten zijn recht op punten voor dat jaar niet of slechts gedeeltelijk in te wisselen voor verblijfsrechten, en in plaats daarvan ervoor kan kiezen om zijn of haar rechten toe te voegen aan die voor het daaropvolgende jaar, dan wel, afhankelijk van de contractuele bedingen van het programma in een willekeurig jaar, het aantal punten voor dat jaar kan uitbreiden door punten te „lenen” van die welke hem of haar het daaropvolgende jaar toekomen;

c)

de onroerende goederen die deel uitmaken van het bestand van beschikbare accommodaties kunnen wijzigen tussen het tijdstip waarop Points Rights worden verkregen en dat waarop de punten worden ingewisseld voor verblijfsrechten;

d)

het aantal punten waarop de klant elk jaar recht heeft, door de dienstverrichter in overeenstemming met de contractuele bepalingen van het programma kan worden gewijzigd;

e)

verzoekster van tijd tot tijd houders van Points Rights toegang kan bieden tot een extern timeshare-programma;

f)

verzoekster van tijd tot tijd houders van Points Rights de mogelijkheid kan bieden hun punten in te wisselen voor accommodatie in door verzoekster geleide hotels, dan wel voor andere door verzoekster geboden voordelen?

3)

Wanneer een belastingplichtige de in de eerste en de tweede vraag beschreven diensten verricht,

a)

zijn dit dan „diensten met betrekking tot onroerende goederen” in de zin van artikel 9, lid 2, sub a, van de Zesde btw-richtlijn (thans artikel 45 van richtlijn 2006/112);

b)

indien het antwoord op vraag 3a bevestigend luidt: hoe moet de plaats van de dienst worden vastgesteld wanneer de leden van de club hun contractuele rechten kunnen uitoefenen door timeshare-accommodatie te betrekken in meer dan één lidstaat, en op het moment van de prestatie niet bekend is in welke accommodatie het verblijf zal plaatsvinden?


(1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).