Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go





Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 6 mei 2010 – Commissie/Polen

(Zaak C-311/09)

„Niet-nakoming – Belasting – Btw – Internationaal vervoer van personen – Forfaitaire belasting van buiten nationaal grondgebied gevestigde vervoerders”

1.                     Lidstaten – Verplichtingen – Niet-nakoming – Rechtvaardiging (Art. 226 EG) (cf. punt 18)

2.                     Beroep wegens niet-nakoming – Recht van beroep van Commissie – Discretionaire uitoefening (Art. 226 EG) (cf. punt 19)

3.                     Beroep wegens niet-nakoming – Onderzoek van gegrondheid door Hof – In aanmerking te nemen situatie – Situatie bij verstrijken van in met redenen omkleed advies gestelde termijn (Art. 226 EG) (cf. punt 31)

4.                     Beroep wegens niet-nakoming – Bewijs van niet-nakoming – Bewijslast rustend op Commissie (Art. 226 EG) (cf. punt 34)

5.                     Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde –Maatstaf van heffing – Aftrek van voorbelasting – Verplichtingen van belastingplichtigen (Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 73, 168 en 273) (cf. punt 39 en dictum)

Voorwerp

Niet-nakoming – Schending van de artikelen 73, 168 en 273 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) – Internationaal vervoer van personen over de weg – Nationale regeling die de in het buitenland gevestigde vervoerders verplicht tot voldoening van de btw volgens een forfaitair systeem dat uitsluitend op het aantal op het nationale grondgebied vervoerde personen is gebaseerd, en die aftrek van de voorbelasting niet mogelijk maakt

Dictum

1)

Door de belasting over de toegevoegde waarde te heffen op de wijze bepaald in afdeling 13, paragraaf 35, punten 1 en 3 tot en met 5, van de verordening van de minister van Financiën van 27 april 2004 betreffende de tenuitvoerlegging van sommige bepalingen van de wet inzake de belasting op producten en diensten, is de Republiek Polen de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 73, 168 en 273 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.

2)

De Republiek Polen wordt verwezen in de kosten.