19.12.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 312/17 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Mokestinių Ginčų Komisija Prie Lietuvos Respublikos Vyriausybės (Litouwen) op 29 september 2009 — Nidera Handelscompagnie BV/Valstybinės mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerios
(Zaak C-385/09)
2009/C 312/28
Procestaal: Litouws
Verwijzende rechter
Mokestinių Ginčų Komisija Prie Lietuvos Respublikos Vyriausybės
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Nidera Handelscompagnie BV
Verwerende partij: Valstybinės mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerios
Prejudiciële vragen
1) |
Is een wettelijke regeling volgens welke enkel btw-plichtigen, te weten alleen belastingplichtigen die in de betrokken lidstaat (in casu Litouwen) volgens de aldaar geldende regels voor btw-doeleinden zijn geïdentificeerd, recht op aftrek van btw hebben, verenigbaar met de bepalingen van richtlijn 2006/112/EEG (1) betreffende het recht op aftrek van btw? |
2) |
Ingeval de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, strookt het met de in richtlijn 2006/112/EEG neergelegde algemene beginselen betreffende aftrek van btw indien die wettelijke regeling bepaalt dat een btw-plichtige de voorbelasting en/of de btw bij invoer die is toegepast op vóór zijn identificatie als btw-plichtige verkregen goederen en/of diensten uitsluitend kan aftrekken indien deze goederen voor een aan btw onderworpen activiteit van deze belastingplichtige zullen worden gebruikt, zodat hij de voorbelasting en/of btw bij invoer die op vóór deze identificatie voor btw-doeleinden verkregen goederen en/of diensten is toegepast, niet kan aftrekken indien deze goederen reeds voor die activiteit zijn gebruikt? |
(1) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).