Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go





Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 7 juli 2010 – Gennaro Curia/Ministero dell’Economia e delle Finanze en Agenzia delle Entrate

(Zaak C-381/09)

„Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor procesvoering – Zesde btw-richtlijn – Werkingssfeer – Btw-vrijstellingen – Artikel 13, B, sub d, punt 1 – Verlening van kredieten, bemiddeling inzake kredieten en beheer van kredieten – Woekerleningen – Activiteit die illegaal is naar nationaal recht”

1.                     Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Materiële werkingssfeer (Richtlijn 77/388 van de Raad) (cf. punten 18-20 en dictum)

2.                     Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Vrijstellingen voorzien in Zesde richtlijn – Vrijstelling voor verlening van kredieten (Richtlijn 77/388, art. 13, B, sub d, punt 1) (cf. punten 18-20 en dictum)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Uitlegging van artikel 13, B, sub d, punt 3, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) – Vrijstellingen – Verrichtingen bestaande uit het verlenen van kredieten, de bemiddeling daarbij en het beheer ervan – Activiteit van verlening van woekerleningen, die naar nationaal recht illegaal is

Dictum

De activiteit van verlening van woekerleningen, die naar nationaal recht strafbaar is, valt, ook al is zij illegaal, binnen de werkingssfeer van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag. Artikel 13, B, sub d, punt 1, van die richtlijn moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat die activiteit niet aan belasting over de toegevoegde waarde kan onderwerpen terwijl de overeenkomstige activiteit waarbij leningen tegen niet-excessieve rente worden verstrekt, van die belasting is vrijgesteld.