21.11.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 282/31 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 25 september 2009 — Gennaro Curia/Ministero dell’Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate
(Zaak C-381/09)
2009/C 282/53
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Corte suprema di cassazione
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Gennaro Curia
Verwerende partijen: Ministero dell’Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate
Prejudiciële vraag
Kunnen op grond van de in de Zesde richtlijn neergelegde gemeenschapsrechtelijke beginselen van de fiscale neutraliteit van de btw en van de vrijstelling van belastingen, onder de voorwaarden die door de lidstaten zijn vastgesteld voor de verlening van kredieten en de bemiddeling inzake kredieten alsmede het beheer van kredieten door degene die ze heeft verleend, aan belasting worden onderworpen in de nationale rechtsorde strafbaar gestelde woekerleningen, die op economisch vlak kunnen worden geacht in zekere mate in concurrentie te staan met de corresponderende legale activiteit van de verstrekking van geldleningen, die binnen de werkingssfeer van de nationale btw-regelgeving valt maar door diezelfde nationale regelgeving van btw wordt vrijgesteld wanneer zij als een „financieringsoperatie” kan worden beschouwd?