Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

11.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 246/30


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden op 12 juli 2010 — X, andere partij: Staatssecretaris van Financiën

(Zaak C-334/10)

()

2010/C 246/50

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hoge Raad der Nederlanden

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeker: X

Andere partij: Staatssecretaris van Financiën

Prejudiciële vragen

1.

Heeft een belastingplichtige die een gedeelte van een tot zijn bedrijf behorend investeringsgoed tijdelijk gebruikt voor eigen privédoeleinden — gelet op artikel 6, lid 2, eerste alinea en letters a en b, artikel 11, A, lid 1, aanhef en letter c, en artikel 17, lid 2, van de Zesde richtlijn (1) — recht op aftrek van de btw op uitgaven gedaan voor duurzame aanpassingen, uitsluitend gedaan met het oog op dat gebruik voor privédoeleinden?

2.

Maakt het voor de beantwoording van deze vraag verschil of bij de aanschaf van het investeringsgoed aan de belastingplichtige btw in rekening is gebracht die hij in aftrek heeft gebracht?


(1)  Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1).