Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

12.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 46/2


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Najvyšším súdom Slovenskej republiky (Republiek Slowakije) op 21 oktober 2010 — Tanoarch sro/Daňové riaditeľstvo Slovenskej republiky

(Zaak C-504/10)

2011/C 46/02

Procestaal: Slowaaks

Verwijzende rechter

Najvyšší súd Slovenskej republiky

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Tanoarch sro

Verwerende partij: Daňové riaditeľstvo Slovenskej republiky

Prejudiciële vragen

1)

Is een bepaling op grond waarvan een belastingplichtige de belasting op goederen en diensten die hij als belastingplichtige voor het verrichten van zijn ondernemingsactiviteiten gebruikt, van de door hem verschuldigde belasting mag aftrekken wanneer die belasting hem op het nationale grondgebied in rekening wordt gebracht door een andere belastingplichtige voor goederen die hem zijn of moeten worden geleverd en diensten die te zijnen behoeve zijn of moeten worden verricht, verenigbaar met artikel 2, lid 1, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, in omstandigheden waarin verzoekster, als medeaanvraagster van de inschrijving van een uitvinding waarvoor nog geen octrooi is verleend, reeds van rechtswege gerechtigd was om de ontvangen dienst autonoom te gebruiken, voor zover het octrooi betrekking heeft op de uitvinding in haar geheel?

2)

Is de uitlegging dat het reeds van rechtswege bestaande recht van de belastingplichtige op autonome exploitatie van het octrooi de juridische onmogelijkheid met zich brengt om de dienst te gebruiken voor het leveren van goederen en diensten als belastingplichtige en dat dit tot de juridische uitputting van de ontvangen dienst leidt, verenigbaar met de Zesde richtlijn?

3)

Heeft ook het feit dat in een zaak als die in het hoofdgeding de uitvinding nog niet als een octrooi is ingeschreven en slechts aandelen worden overgedragen, tot gevolg dat er sprake is van misbruik door de belastingplichtige van zijn recht op aftrek van de voorbelasting in de zin van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 21 februari 2006 in de zaak Halifax plc e.a. (C-255/02, Jurispr. blz. I–1609)?