Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

14.5.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 145/13


Beroep ingesteld op 2 maart 2011 — Europese Commissie/Ierland

(Zaak C-108/11)

2011/C 145/19

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: R. Lyal, C. Soulay, gemachtigden)

Verwerende partij: Ierland

Conclusies

vast te stellen dat Ierland, door een btw-tarief van 4,8 % toe te passen op leveringen van windhonden en paarden, die niet gewoonlijk voor de bereiding van levensmiddelen zijn bestemd, op het huren van paarden en op bepaalde bevruchtingsdiensten, haar verplichtingen op grond van de artikelen 96, 98 (junctis bijlage III) en 110 van richtlijn 2006/112/EG (1) van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde niet is nagekomen;

Ierland te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Volgens artikel 96 van de btw-richtlijn is het door elke lidstaat vastgestelde normaal btw-tarief, dat minimum 15 % bedraagt, van toepassing op alle goederenleveringen en diensten. Een ander dan het normaal tarief kan slechts worden toegepast indien dit bij andere bepalingen van de richtlijn is toegestaan.

Artikel 98 bepaalt dat lidstaten een of twee verlaagde tarieven op de in bijlage III genoemde goederenleveringen en diensten mogen toepassen. De in geding zijnde leveringen komen in bijlage III niet voor.

De btw-richtlijn bevat ook overgangsbepalingen op grond waarvan lidstaten tarieven mogen blijven toepassen die afwijken van de in de richtlijn neergelegde algemene regels inzake de structuur en de hoogte van de tarieven, indien de betrokken nationale bepalingen van kracht waren op 1 januari 1991.

Volgens artikel 113 van de btw-richtlijn, mag een lidstaat, die op 1 januari 1991 een verlaagd tarief toepaste dat onder het in artikel 99 vastgestelde minimum ligt, voor de levering van die goederen of voor die diensten overeenkomstig artikel 98 een van de verlaagde tarieven toepassen. Aangezien het door Ierland op de betrokken goederen en diensten toegepaste tarief echter lager is dan het in artikel 99 van de btw-richtlijn bepaalde minimum, kan geen beroep worden gedaan op artikel 113.

Artikel 110 van de richtlijn is eveneens van toepassing op tarieven die lager zijn dan het in artikel 99 bepaalde minimum. Het voorziet in een overgangsregeling voor een aantal nationale maatregelen die om duidelijk omschreven redenen van maatschappelijk belang (met name het verlagen van de belastingdruk op het verbruik van goederen en diensten die maatschappelijke basisbehoeften vervullen) en ten behoeve van de eindverbruiker zijn vastgesteld. De Commissie is van mening dat de levering van paarden en windhonden (andere dan voor gebruik bij de bereiding van levensmiddelen), de huur van paarden en bevruchtingsdiensten niet noodzakelijk kunnen worden geacht voor het vervullen van maatschappelijke basisbehoeften. De Commissie stelt tevens dat, aangezien een groot aantal paarden en windhonden bestemd zijn voor wedrennen of fokken, de maatregel geen voordeel voor de eindverbruiker oplevert.


(1)  PB L 347, blz. 1.