Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

30.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 226/16


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākās tiesas Senāts (Republiek Letland) op 26 mei 2011 — Ainārs Rēdlihs/Valsts ieņēmumu dienests

(Zaak C-263/11)

2011/C 226/31

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Augstākās tiesas Senāts

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Ainārs Rēdlihs

Verwerende partij: Valsts ieņēmumu dienests

Prejudiciële vragen

1)

Is een natuurlijke persoon die goederen (een bos) heeft verkregen om in zijn eigen behoeften te voorzien en goederen levert om de gevolgen van overmacht (bijvoorbeeld een storm) te verlichten, belastingplichtige in de zin van artikel 9, lid 1, van richtlijn 2006/112/EG (1) en artikel 4, leden 1 en 2, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) (2), die btw moet betalen? Met andere woorden, is een dergelijke goederenlevering een economische activiteit in de zin van de voormelde bepalingen van het recht van de Europese Unie?

2)

Is een wettelijke regeling waarbij een persoon, op grond dat hij zich niet in het btw-register heeft laten inschrijven, een geldboete mag worden opgelegd ter hoogte van het bedrag van de belasting die normaliter op basis van de waarde van de geleverde goederen verschuldigd is, terwijl de betrokkene de belasting, zo hij zich in het register had laten inschrijven, niet had hoeven te betalen, in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel?


(1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).

(2)  Zesde Richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1).