27.8.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 252/19 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 9 juni 2011 — Ministero dell’Economia e delle Finanze e Agenzia delle Entrate/Elsacom NV
(Zaak C-294/11)
2011/C 252/35
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Corte suprema di cassazione
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Ministero dell’Economia e delle Finanze e Agenzia delle Entrate
Verwerende partij: Elsacom NV
Prejudiciële vragen
Is de termijn van zes maanden na het einde van het kalenderjaar waarin de belasting verschuldigd is geworden, waarin artikel 7, lid 1, eerste alinea, laatste volzin, van de Achtste richtlijn 79/1072/EEG (1) van de Raad van 6 december 1979 voorziet voor de indiening van het verzoek om teruggaaf van belasting over de toegevoegde waarde, een termijn die op straffe van verval van het recht op teruggaaf in acht moet worden genomen?
(1) PB L 331, blz. 11.