10.9.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 269/30 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 29 juni 2011 — J.J. Komen en Zonen Beheer Heerhugowaard BV, andere partij: Staatssecretaris van Financiën
(Zaak C-326/11)
2011/C 269/57
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: J.J. Komen en Zonen Beheer Heerhugowaard BV
à Andere partij: Staatssecretaris van Financiën
Prejudiciële vraag
Moet artikel 13, B, letter g, in samenhang met artikel 4, lid 3, letter a, van de Zesde richtlijn (1) zo worden uitgelegd dat niet is vrijgesteld van BTW de levering van een gebouw waaraan voorafgaand aan de levering daarvan door de verkoper verbouwingswerkzaamheden zijn verricht ten dienste van het creëren van een nieuw gebouw (vernieuwbouw), welke werkzaamheden na de levering door de koper zijn voortgezet en voltooid?
(1) Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1).