22.10.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 311/18 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 27 juli 2011 — BLV Wohn- und Gewerbebau GmbH/Finanzamt Lüdenscheid
(Zaak C-395/11)
2011/C 311/29
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: BLV Wohn- und Gewerbebau GmbH
Verwerende partij: Finanzamt Lüdenscheid
Belanghebbende derde: Rolf & Co. OHG
Prejudiciële vragen
1) |
Omvat het begrip bouwwerkzaamheden in de zin van artikel 2, punt 1, van beschikking 2004/290/EG (1) behalve diensten ook leveringen? |
2) |
Indien de beschikking ter aanwijzing van de ontvanger van de prestatie als persoon die tot voldoening van de belasting is gehouden, ook betrekking heeft op leveringen: heeft de gemachtigde lidstaat het recht de beschikking voor bepaalde subgroepen zoals bepaalde soorten bouwwerkzaamheden en voor leveringen aan bepaalde ontvangers van leveringen slechts gedeeltelijk toe te passen? |
3) |
Indien de lidstaat subgroepen mag vormen: gelden er beperkingen voor de lidstaat bij het vormen van subgroepen? |
4) |
Indien de lidstaat in het algemeen (zie vraag 2) of op grond van niet in acht genomen beperkingen (zie vraag 3) niet het recht heeft subgroepen te vormen:
|
(1) Beschikking 2004/290/EG van de Raad van 30 maart 2004 waarbij Duitsland wordt gemachtigd een maatregel toe te passen in afwijking van artikel 21 van richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (PB L 94, blz. 59).