26.5.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 151/24 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad — Varna (Bulgarije) op 15 maart 2012 — Rusedespred OOD/Direktor na Direktsia „Obzhalvane i upravlenie na izpalnenieto” — Varna pri Tsentralno Upravlenie na Natsionalnata Agentsia za Prihodite
(Zaak C-138/12)
2012/C 151/38
Procestaal: Bulgaars
Verwijzende rechter
Administrativen sad — Varna
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Rusedespred OOD
Verwerende partij: Direktor na Direktsia „Obzhalvane I upravlenie na izpalnenieto” — Varna pri Tsentralno Upravlenie na Natsionalnata Agentsia za Prihodite
Prejudiciële vragen
1) |
Is een belastingplichtige overeenkomstig het beginsel van fiscale neutraliteit gerechtigd om binnen de vastgestelde verjaringstermijn de teruggaaf van ten onrechte aangerekende en niet verschuldigde belasting over de toegevoegde waarde te vorderen, wanneer naar nationaal recht de handeling waarover hij de belasting heeft aangerekend, is vrijgesteld van belasting, gevaar voor verlies van belastinginkomsten is afgeweerd en de regeling voor herziening van facturen naar nationaal recht niet van toepassing is? |
2) |
Verzetten het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde alsook het beginsel van fiscale neutraliteit, doeltreffendheid en gelijke behandeling zich ertegen dat een voor inkomsten bevoegde instantie op basis van een nationale bepaling tot omzetting van artikel 203 van richtlijn 2006/112 van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), weigert om een belastingplichtige de door hem gefactureerde btw terug te geven wanneer deze belasting niet is verschuldigd — daar het om een van belasting vrijgestelde handeling gaat — maar ten onrechte is gefactureerd, aangerekend en betaald voor zover de afnemer van het goed of de ontvanger van de dienst bij een definitieve belastingaanslag reeds het recht op aftrek van voorbelasting over dezelfde handeling is geweigerd op grond dat de leverancier of dienstverrichter de belasting ten onrechte heeft aangerekend? |
3) |
Kan de belastingplichtige zich rechtstreeks beroepen op de basisbeginselen van het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, in het bijzonder op de beginselen van fiscale neutraliteit en doeltreffendheid, om zich te verzetten tegen een nationale regeling of de toepassing ervan door de belastingdienst of de rechters, die deze beginselen schenden respectievelijk tegen een schending van deze beginselen door een nationale regeling? |
(1) PB L 347, blz. 1.