Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

26.5.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 151/25


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad Varna (Bulgarije) op 21 maart 2012 — Hristomir Marinov/Direktor na Direktsia „Obzhalvane i upravlenie na izpalnenieto” gr. Varna

(Zaak C-142/12)

2012/C 151/39

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Administrativen sad Varna

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Hristomir Marinov

Verwerende partij: Direktor na Direktsia „Obzhalvane i upravlenie na izpalnenieto” — Varna

Prejudiciële vragen

1)

Dient artikel 18, sub c, van richtlijn 2006/112/EG (1) van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde aldus te worden uitgelegd dat het ook van toepassing is op gevallen waarin de beëindiging van de belastbare economische activiteit toe te schrijven is aan het feit dat de belastingplichtige door zijn schrapping uit het btw-register niet langer de mogelijkheid heeft om btw in rekening te brengen en af te trekken?

2)

Staan de artikelen 74 en 80 van richtlijn 2006/112 in de weg aan een nationale wettelijke regeling die met betrekking tot gevallen van beëindiging van de belastbare economische activiteit bepaalt dat de voor die handeling in aanmerking te nemen maatstaf van heffing de normale waarde van de op de datum van de schrapping uit het btw-register ter beschikking staande bedrijfsgoederen is?

3)

Heeft artikel 74 van richtlijn 2006/112 rechtstreekse werking?

4)

Is het voor de vaststelling van de maatstaf van heffing volgens artikel 74 van richtlijn 2006/112 van belang, hoeveel tijd er tussen de aankoop van de bedrijfsgoederen en de beëindiging van de belastbare economische activiteit is verstreken en welke waardeverminderingen de betrokken bedrijfsgoederen na de aankoop ervan hebben ondergaan?


(1)  PB L 347, blz. 1.