Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

29.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 295/18


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curtea de Apel București (Roemenië) op 5 juli 2012 — E.On Energy Trading SE/Agenția Națională de Administrare Fiscală, Direcția Generală a Finanțelor Publice a Municipiului București — Serviciul de administrare a contribuabililor nerezidenți

(Zaak C-323/12)

2012/C 295/31

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Curtea de Apel București

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: E.On Energy Trading SE

Verwerende partijen: Agenția Națională de Administrare Fiscală, Direcția Generală a Finanțelor Publice a Municipiului București — Serviciul de administrare a contribuabililor nerezidenți

Prejudiciële vragen

1)

Kan een belastingplichtige van wie de hoofdzetel in een andere lidstaat van de Europese Unie dan Roemenië is gevestigd en die in Roemenië voor btw-doeleinden een fiscaal vertegenwoordiger heeft aangewezen krachtens de nationale bepalingen die in Roemenië golden voordat deze staat tot de Europese Unie is toegetreden en welke bepalingen na deze toetreding zijn gehandhaafd, worden aangemerkt als een „niet in het binnenland gevestigde belastingplichtige” in de zin van artikel 1 van de Achtste richtlijn (79/1072/EEG) (1) van de Raad van 6 december 1979 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen?

2)

Is het voorschrift dat de betrokken rechtspersoon niet voor btw-doeleinden mag zijn geregistreerd, zoals dit vereiste is neergelegd in artikel 147 ter, lid 1, sub a, van wetdecreet nr. 571/2003 houdende de Codice tributario, waarmee de bepalingen van de richtlijn zijn omgezet, een bijkomende voorwaarde bovenop de vereisten waarin de artikelen 3 en 4 [van de Achtste richtlijn] uitdrukkelijk voorzien, en zo ja, is een dergelijke bijkomende voorwaarde toegestaan, gelet op artikel 6 van de richtlijn?

3)

Hebben de artikelen 3 en 4 [van de Achtste richtlijn] rechtstreekse werking, met andere woorden, kan bedoelde rechtspersoon die niet in Roemenië is gevestigd in de zin van artikel 1, zich beroepen op het feit dat voldaan is aan de uitdrukkelijk bij deze bepalingen gestelde voorwaarden, zodat hij aanspraak kan maken op het recht op teruggaaf van de btw, ongeacht de wijze waarop deze bepalingen in het nationale recht zijn omgezet?


(1)  PB L 331, blz. 1, Bijzondere uitgave in het Roemeens: Hoofdstuk 9, Deel 1, blz. 34.