Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

12.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 9/30


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch (Nederland) op 15 oktober 2012 — Granton Advertising BV tegen Inspecteur van de Belastingdienst Haaglanden/kantoor Den Haag

(Zaak C-461/12)

2013/C 9/51

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Gerechtshof te 's-Hertogenbosch

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: Granton Advertising BV

Verweerder: Inspecteur van de Belastingdienst Haaglanden/kantoor Den Haag

Prejudiciële vragen

1)

Dient de uitdrukking „andere waardepapieren” in artikel 13, onderdeel B, aanhef en subonderdeel d, onder [5], van de Zesde richtlijn 77/388/EEG (1) (met ingang van 1 januari 2007 artikel 135, lid 1, onderdeel f, van de Achtste richtlijn 2006/112/EG (2), nadien gewijzigd) zodanig te worden uitgelegd dat daaronder valt te begrijpen een Grantoncard, zijnde een overdraagbare kaart die wordt gebruikt voor (gedeeltelijke) betaling voor goederen en diensten, en zo ja, is mitsdien de uitgifte en verkoop van een dergelijke kaart vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting?

2)

Zo niet, dient de uitdrukking „andere handelspapieren” in artikel 13, onderdeel B, aanhef en subonderdeel d, onder 3, van de Zesde richtlijn 77/388/EEG (met ingang van 1 januari 2007 artikel 135, lid 1, onderdeel d, van de Achtste richtlijn 2006/112/EG, nadien gewijzigd) zodanig te worden uitgelegd dat daaronder valt te begrijpen een Grantoncard, zijnde een overdraagbare kaart die wordt gebruikt voor (gedeeltelijke) betaling voor goederen en diensten, en zo ja, is mitsdien de uitgifte en verkoop van een dergelijke kaart vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting?

3)

Is, indien een Grantoncard een „ander waardepapier” of „ander handelspapier” in vorenbedoelde zin vormt, voor de vraag of de uitgifte en verkoop daarvan is vrijgesteld van heffing van omzetbelasting, van belang dat bij gebruik van die kaart heffing over (een evenredig deel van) de daarvoor betaalde vergoeding praktisch illusoir is?


(1)  Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1).

(2)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).