3.8.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 226/7 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curtea de Apel Alba Iulia (Roemenië) op 7 juni 2013 — Claudiu Roșu/Direcția Generală a Finanțelor Publice a Județului Sibiu — Activitatea de Inspecție Fiscală
(Zaak C-312/13)
(2013/C 226/11)
Procestaal: Roemeens
Verwijzende rechter
Curtea de Apel Alba Iulia
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Claudiu Roșu
Verwerende partij: Direcția Generală a Finanțelor Publice a Județului Sibiu — Activitatea de Inspecție Fiscală
Prejudiciële vraag
Moeten de artikelen 73 en 78 van richtlijn 2006/112/EG (1) van de Raad aldus worden uitgelegd dat de maatstaf van heffing, indien een verkoper ex post wordt gekwalificeerd als btw-plichtige en de tegenprestatie (verkoopprijs) voor de levering van de onroerende zaak door de partijen is overeengekomen zonder dat de btw is genoemd, wordt bepaald:
a) |
door de tegenprestatie (verkoopprijs) voor de levering van de zaak die door partijen is overeengekomen, verminderd met de btw, of |
b) |
door de tegenprestatie (verkoopprijs) voor de levering van de zaak die door partijen is overeengekomen? |
(1) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).