Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

8.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 439/21


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szekszárdi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 15 september 2014 — Jácint Gábor Balogh/Nemzeti Adó- és Vámhivatal Dél-dunántúli Regionális Adó Főigazgatósága

(Zaak C-424/14)

(2014/C 439/27)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Szekszárdi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Jácint Gábor Balogh

Verwerende partij: Nemzeti Adó- és Vámhivatal Dél-dunántúli Regionális Adó Főigazgatósága

Prejudiciële vragen

1)

Is de Hongaarse nationale praktijk, volgens welke particulieren die — binnen de grenzen van de subjectieve btw-vrijstelling — geen aan btw onderworpen handeling willen verrichten, verplicht zijn een aanvraag tot identificatie in te dienen, verenigbaar met de verplichting tot identificatie in de zin van de artikelen 213, lid 1, en 214, lid 1, van de btw-richtlijn (1)?

2)

Kan de belastingautoriteit naar aanleiding van een controle a posteriori het ontbreken van een aanvraag tot identificatie bestraffen, wanneer de bovengrens voor vrijstelling niet is overschreden?

3)

Kan de belastingautoriteit naar aanleiding van een controle a posteriori voorbijgaan aan het keuzerecht van de particulier en, in strijd met het beginsel van een eerlijk proces, de mogelijkheid voor een particulier om te kiezen voor subjectieve vrijstelling uitsluiten?


(1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).