9.2.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 46/24 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Grondwettelijk Hof (België) op 27 november 2014 — Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a/Ministerraad
(Zaak C-543/14)
(2015/C 046/31)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Grondwettelijk Hof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Ordre des barreaux francophones et germanophone e.a,
Vlaams Netwerk van Verenigingen waar armen het woord nemen vzw e.a.,
Jimmy Tessens e.a.,
Orde van Vlaamse Balies,
Orde van advocaten bij de balie te Aarlen e.a.
Verwerende partij: Ministerraad
Prejudiciële vragen
1. |
|
2. |
Is, in geval van ontkennend antwoord op de onder punt 1 vermelde vragen, artikel 98 van de richtlijn 2006/112/EG, in zoverre het niet voorziet in de mogelijkheid om een verlaagd btw-tarief toe te passen voor de diensten verricht door advocaten, in voorkomend geval naargelang de rechtzoekende die niet het voordeel van de juridische bijstand geniet, al dan niet btw-plichtig is, bestaanbaar met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in samenhang gelezen met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre dat artikel aan eenieder het recht toekent op een eerlijke behandeling van zijn zaak, de mogelijkheid zich te laten adviseren, verdedigen en vertegenwoordigen, en het recht op rechtsbijstand voor diegenen die niet over toereikende financiële middelen beschikken, wanneer die bijstand noodzakelijk is om de daadwerkelijke toegang tot de rechter te waarborgen? |
3. |
Is, in geval van ontkennend antwoord op de onder punt 1 vermelde vragen, artikel 132 van de richtlijn 2006/112/EG bestaanbaar met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie opgenomen in de artikelen 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in artikel 9 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, in samenhang gelezen met artikel 47 van dat Handvest, in zoverre het, onder de activiteiten van algemeen belang, niet voorziet in de vrijstelling van de btw voor de diensten van advocaten, terwijl andere diensten als activiteiten van algemeen belang zijn vrijgesteld, bijvoorbeeld de door openbare postdiensten verrichte diensten, verschillende medische diensten of nog diensten in verband met onderwijs, sport of cultuur, en terwijl dat verschil in behandeling tussen de diensten van advocaten en de diensten die bij artikel 132 van de richtlijn zijn vrijgesteld, voldoende twijfel doet ontstaan omdat de diensten van advocaten bijdragen tot de eerbiediging van bepaalde grondrechten? |
4. |
|
(1) PB L 347, blz. 1.