Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

11.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 261/16


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État (Frankrijk) op 12 juni 2014 — Brit Air SA/Ministère des finances et des comptes publics

(Zaak C-289/14)

2014/C 261/24

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Conseil d’État

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Brit Air SA

Verwerende partij: Ministère des finances et des comptes publics

Prejudiciële vragen

1)

Moeten de artikelen 2, lid 1, en 10, lid 2, van richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 (1) aldus worden uitgelegd dat het forfaitaire bedrag in de vorm van een percentage van de jaaromzet die wordt behaald op in franchise geëxploiteerde luchtvaartlijnen, dat wordt afgedragen door een luchtvaartmaatschappij die voor rekening van een andere maatschappij tickets heeft uitgegeven die de klant laat vervallen, een niet-belastbare vergoeding voor laatstbedoelde maatschappij vormt, tot vergoeding van de schade die zij heeft geleden door de vergeefse inzet van haar transportmiddelen, of vormt het een bedrag dat overeenkomt met de prijs van de uitgegeven maar vervallen tickets?

2)

Indien dit bedrag wordt beschouwd als de prijs van de uitgegeven maar vervallen tickets, moeten die bepalingen dan aldus worden uitgelegd dat de afgifte van een ticket kan worden gelijkgesteld met de daadwerkelijke verrichting van de vervoersdienst en belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd is op de bedragen die een luchtvaartmaatschappij voor zich houdt wanneer de houder van een vliegtuigticket zijn ticket niet heeft gebruikt en dit is vervallen?

3)

Zo ja, moet de geïnde belasting dan door Air France of Brit Air vanaf de ontvangst van de prijs aan de staatskas worden doorgestort, ook al vindt de reis mogelijk niet plaats door toedoen van de klant?


(1)  Zesde Richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1).