7.12.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 406/20 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 21 september 2015 — Agenzia delle Entrate/Marco Identi
(Zaak C-493/15)
(2015/C 406/20)
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Corte suprema di cassazione
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Agenzia delle Entrate
Verwerende partij: Marco Identi
Prejudiciële vraag
Moeten artikel 4, lid 3, VEU en de artikelen 2 en 22 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) (1) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting, aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde die bepaalt dat btw-schulden van personen die zijn toegelaten tot de kwijtscheldingsprocedure van de artikelen 142 en 143 Legge fallimentare tenietgaan?
(1) Zesde Richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1).