Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

25.1.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 27/19


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division) (Verenigd Koninkrijk) op 13 november 2015 — Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs/British Film Institute

(Zaak C-592/15)

(2016/C 027/23)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

Verwerende partij: British Film Institute

Prejudiciële vragen

i.

Zijn de bewoordingen van artikel 13, A, lid 1, onder n), van de Zesde richtlijn (1) en in het bijzonder de woorden „bepaalde culturele diensten” voldoende duidelijk en nauwkeurig om aan die bepaling rechtstreekse werking te verlenen, wat tot gevolg heeft dat de verrichting van dergelijke culturele diensten door publiekrechtelijke instellingen of andere erkende culturele instellingen — zoals in casu door verweerder — is vrijgesteld, ook al heeft er geen omzetting in nationaal recht plaatsgevonden?

ii.

Laten de bewoordingen van artikel 13, A, lid 1, onder n), van de Zesde richtlijn en in het bijzonder de woorden „bepaalde culturele diensten”, enige beoordelingsruimte aan de lidstaten bij de omzetting ervan in nationale wetgeving, en zo ja welke beoordelingsruimte?

iii.

Gelden de antwoorden op de twee vorige vragen evenzeer voor artikel 132, lid 1, onder n), van de btw-basisrichtlijn (2)?


(1)  Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1).

(2)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).