Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

14.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 98/17


Beroep ingesteld op 20 november 2015 — Europese Commissie/Bondsrepubliek Duitsland

(Zaak C-616/15)

(2016/C 098/22)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Owsiany-Hornung en B.-R. Killmann, gemachtigden)

Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland

Conclusies

voor recht verklaren dat de Bondsrepubliek Duitsland de verplichtingen heeft geschonden die op haar rusten krachtens artikel 132, lid 1, onder f), van de btw-richtlijn (1), doordat zij de btw-vrijstelling voor diensten die zelfstandige groeperingen van personen die een activiteit uitoefenen die is vrijgesteld of waarvoor zij niet belastingplichtig zijn, verrichten om aan hun leden de diensten te verlenen die direct nodig zijn voor de uitoefening van deze activiteit, welke vrijstelling geldt wanneer die groeperingen van hun leden enkel terugbetaling vorderen van hun aandeel in de gezamenlijke uitgaven, beperkt tot groeperingen waarvan de leden een beperkt aantal beroepen uitoefenen;

de Bondsrepubliek Duitsland verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster het volgende middel aan.

De btw-vrijstelling voor diensten die zelfstandige groeperingen van personen die een activiteit uitoefenen die is vrijgesteld of waarvoor zij niet belastingplichtig zijn, verrichten om de diensten te verlenen die direct nodig zijn voor de uitoefening van deze activiteit, wordt door Duitsland beperkt tot bepaalde, specifiek genoemde beroepsgroepen. De vrijstelling waarin het Duitse recht inzake de omzetbelasting voorziet, geldt enkel voor groeperingen waarvan de leden artsen of beoefenaren van paramedische beroepen zijn dan wel ziekenhuizen of daarmee vergelijkbare instellingen.

Dit is onverenigbaar met artikel 132, lid 1, onder f), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde. Noch de bewoordingen noch het doel noch de ontstaansgeschiedenis van deze bepaling kunnen een dergelijke beperking van de btw-vrijstelling tot bepaalde beroepsgroepen rechtvaardigen. De vrijstelling dient integendeel te worden verleend aan groeperingen van alle beroepsgroepen, voor zover deze van belasting vrijgestelde activiteiten uitoefenen.

De beperking in het Duitse recht inzake de omzetbelasting wordt evenmin gerechtvaardigd door een eventuele algemene verstoring van de mededinging. De vraag of de toepassing van de belastingvrijstelling al dan niet leidt tot een algemene verstoring van de mededinging, kan immers uitsluitend worden beantwoord op basis van de omstandigheden van het individuele geval. Of er sprake is van mededingingsverstoringen, kan niet in algemene zin worden beoordeeld voor diensten van bepaalde beroepstakken en voor de prestaties van een groepering die daarmee rechtstreeks verband houden.


(1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).