Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

18.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 136/9


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal Arbitral Tributário (Centro de Arbitragem Administrativa — CAAD) (Portugal) op 18 januari 2016 — Santogal M-Comércio e Reparação de Automóveis Lda/Autoridade Tributária e Aduaneira

(Zaak C-26/16)

(2016/C 136/14)

Procestaal: Portugees

Verwijzende rechter

Tribunal Arbitral Tributário (Centro de Arbitragem Administrativa — CAAD)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Santogal M-Comércio e Reparação de Automóveis Lda

Verwerende partij: Autoridade Tributária e Aduaneira

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 138, [lid 2], onder a), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat naar nationaal recht [artikelen 1, onder e), en 14, onder b), van de Regime do IVA nas Transações Intracomunitárias] voor de btw-vrijstelling voor de levering onder bezwarende titel van nieuwe vervoermiddelen die door de verwerver vanaf nationaal grondgebied naar een andere lidstaat worden vervoerd, vereist is dat de verwerver in die lidstaat gevestigd of woonachtig is?

2)

Moet artikel 138, [lid 2], onder a), van richtlijn 2006/112 aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat vrijstelling in de lidstaat van vertrek van het vervoer wordt geweigerd in een situatie waarin het verworven vervoermiddel werd vervoerd naar Spanje, waar een inschrijving voor toerisme werd afgegeven voor bepaalde tijd overeenkomstig de belastingregeling van de artikelen 8 tot en met 11, 13 en 15 van het Spaanse Real Decreto 1571/1993 van 10 september 1993?

3)

Moet artikel 138, lid 2, onder a), van richtlijn 2006/112 aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat betaling van btw van de leverancier van een nieuw vervoermiddel wordt verlangd in een situatie waarin niet is komen vast te staan of de regeling voor inschrijving voor toerisme heeft opgehouden te gelden op een van de wijzen als voorzien in de artikelen 11 en 15 van Spaans Real Decreto 1571/1993, en evenmin of als gevolg van het feit dat die regeling niet meer geldt btw is betaald of zal worden betaald?

4)

Moeten artikel 138, [lid 2], onder a), van richtlijn 2006/112 en de beginselen van rechtszekerheid, evenredigheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen aldus worden uitgelegd dat zij eraan in de weg staan dat betaling van btw van de leverancier van een naar een andere lidstaat verzonden nieuw vervoermiddel wordt verlangd in een situatie waarin:

de verwerver vóór de verzending tegenover de leverancier heeft verklaard in de lidstaat van bestemming zijn verblijfplaats te hebben en daarbij een document heeft overgelegd waaruit blijkt dat hem in die lidstaat een identiteitsnummer als vreemdeling is toegekend, waarin een andere verblijfplaats in die laatste lidstaat was opgegeven dan de verblijfplaats die de verwerver beweert te hebben;

de verwerver de leverancier nadien documenten heeft verstrekt waaruit blijkt dat het verworven vervoermiddel in de lidstaat van bestemming aan een technische keuring is onderworpen en dat er daar een inschrijving voor toerisme voor is toegekend;

niet is aangetoond dat de leverancier met de verwerver heeft samengespannen om betaling van btw te vermijden;

de douanediensten geen bezwaar hebben gemaakt tegen nietigverklaring van de douaneverklaring voor het voertuig op basis van documenten die de leverancier in zijn bezit had?