Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

19.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 343/34


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (Litouwen) op 12 juli 2016 — UAB „Toridas”/Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos, Kauno apskrities valstybinė mokesčių inspekcija

(Zaak C-386/16)

(2016/C 343/47)

Procestaal: Litouws

Verwijzende rechter

Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: UAB „Toridas”

Verwerende partij: Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos, Kauno apskrities valstybinė mokesčių inspekcija

Prejudiciële vragen

1)

Moeten de artikelen 138, lid 1, 140, onder a), en/of 141 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), gelezen in samenhang met, onder meer, de artikelen 33 en 40 daarvan, aldus worden uitgelegd dat, in omstandigheden als hier (in het hoofdgeding) aan de orde, de levering van goederen door een in een eerste lidstaat gevestigde belastingplichtige overeenkomstig die bepalingen moet worden vrijgesteld in het geval waarin, vóór die leveringstransactie plaatsvindt, de afnemer (dat wil zeggen een persoon die is geïdentificeerd als belastingplichtige in een tweede lidstaat) te kennen geeft voornemens te zijn die goederen onmiddellijk, alvorens ze te vervoeren vanuit de eerste lidstaat, door te verkopen aan een in een derde lidstaat gevestigde belastingplichtige, voor wie die goederen ook worden vervoerd (verzonden) naar die derde lidstaat?

2)

Wordt het antwoord op vraag 1 beïnvloed door het feit dat een deel van de goederen werd bewerkt in opdracht van de (voor belastingdoeleinden) in de tweede lidstaat gevestigde belastingplichtige, voordat zij werden uitgevoerd naar de derde lidstaat?


(1)  PB L 347, blz. 1.