Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

16.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 14/26


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de First-tier Tribunal (Tax Chamber) (Verenigd Koninkrijk) op 28 oktober 2016 — Marcandi Limited, handelend onder de naam „Madbid”/Commissioners for Her Majesty’s Revenue & Customs

(Zaak C-544/16)

(2017/C 014/32)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

First-tier Tribunal (Tax Chamber)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Marcandi Limited, handelend onder de naam „Madbid”

Verwerende partij: Commissioners for Her Majesty’s Revenue & Customs

Prejudiciële vragen

1)

Moeten artikel 2, lid 1, artikel 24, artikel 62, artikel 63, artikel 65 en artikel 73 van richtlijn 2006/112/EG (1) van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, en in omstandigheden zoals die in het hoofdgeding, aldus worden uitgelegd:

(a)

dat de uitgifte van Credits aan gebruikers door Madbid, tegen betaling van geld:

(i)

een „voorbereidende handeling” is, van het door het Hof [in zijn arrest van 16 december 2010, MacDonald Resorts, C-270/09, EU:C:2010:780, in de punten 23 tot en met 42] vastgestelde soort, die niet binnen de werkingssfeer van artikel 2, lid 1, valt; of

(ii)

een door Madbid verrichte dienst is, als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder c), namelijk de toekenning van een recht om deel te nemen aan online veilingen;

(b)

dat, indien de toekenning van een recht om deel te nemen aan online veilingen een door Madbid verrichte dienst is, deze dan moet worden beschouwd als een verrichting „onder bezwarende titel” als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder c), omdat hiervoor wordt betaald (dat wil zeggen in de vorm van het geld dat Madbid in ruil voor Credits van een gebruiker ontvangt);

(c)

luidt het antwoord op onderdeel (b) anders indien de betaling voor de Credits eveneens dient als een recht voor de gebruiker om voor dezelfde waarde goederen te verwerven in het geval dat de gebruiker niet slaagt tijdens de veiling;

(d)

dat indien Madbid geen dienst onder bezwarende titel verricht wanneer zij tegen betaling Credits uitgeeft aan haar gebruikers, zij dan een dergelijke dienst verricht op enig ander moment;

en welke beginselen moeten worden toegepast bij de vaststelling van het antwoord op deze vragen?

2)

Wat is bij een juiste uitlegging van artikelen 2, lid 1, artikel 14, artikel 62, artikel 63, artikel 65, artikel 73 en artikel 79, punt b, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, in omstandigheden zoals die in het hoofdgeding, de door Madbid verkregen tegenprestatie in ruil voor de leveringen van goederen aan haar gebruikers, als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), en artikel 73?

Meer bepaald, en gelet op het antwoord op de eerste vraag:

(a)

is het door een gebruiker aan Madbid voor Credits betaalde geld een onder artikel 65 vallende „vooruitbetaling” voor een levering van goederen, zodat de btw „verschuldigd” wordt op het tijdstip van ontvangst van deze betaling, en zodanig dat de door Madbid van de gebruiker ontvangen betaling wordt beschouwd als tegenprestatie voor een levering van goederen;

(b)

is, indien een gebruiker goederen koopt door middel van de „Buy Now” of „Earned Discount” mogelijkheden, de waarde van de Credits die zijn besteed voor het doen van biedingen tijdens veilingen, welke besteding, wanneer de bieding niet slaagt, ertoe leidt dat er „Earned Discount” wordt gegenereerd of dat de „Buy Now” prijs wordt verlaagd:

(i)

een „prijskorting” in de zin van artikel 79, onder b), zodanig dat de tegenprestatie voor de levering van de goederen door Madbid bestaat uit het bedrag dat door de gebruiker op het moment van aankoop van de goederen daadwerkelijk aan Madbid is betaald en niet meer dan dat; of

(ii)

onderdeel van de tegenprestatie voor de levering van goederen, zodanig dat de tegenprestatie voor de levering van de goederen door Madbid zowel het bedrag omvat dat door de gebruiker aan Madbid is betaald op het moment van aankoop van de goederen, als het bedrag dat door de gebruiker is betaald voor de Credits die hij heeft besteed bij niet-succesvolle biedingen tijdens veilingen;

(c)

is, indien een gebruiker het recht uitoefent om goederen te kopen na het winnen van een online veiling, de tegenprestatie voor de levering van deze goederen de vastgestelde prijs waarmee de veiling is gewonnen (plus verpakkings en verzendkosten) en niet meer dan dat, of is de waarde van de Credits die de winnaar heeft besteed om tijdens die veiling te bieden eveneens onderdeel van de tegenprestatie voor de levering van deze goederen door Madbid aan de gebruiker;

of welke beginselen moeten worden toegepast bij de vaststelling van het antwoord op deze vragen?

3)

Wanneer twee lidstaten een handeling voor btw-doeleinden verschillend behandelen, in welke mate dienen de rechters van een van deze lidstaten bij de uitlegging van de relevante bepalingen van het Unierecht en van het nationale recht, rekening te houden met de wenselijkheid van het voorkomen van:

(a)

dubbele heffing van belasting over de handeling; en/of

(b)

niet-heffing van belasting over de handeling;

en wat is de invloed van het beginsel van fiscale neutraliteit op deze vraag?


(1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).