25.4.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 145/19 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie (Roemenië) op 1 februari 2016 — Evo Bus GmbH/Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Ploiești prin Administrația Județeană a Finanțelor Publice Argeș
(Zaak C-55/16)
(2016/C 145/24)
Procestaal: Roemeens
Verwijzende rechter
Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Evo Bus GmbH
Verwerende partij: Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Ploiești prin Administrația Județeană a Finanțelor Publice Argeș
Prejudiciële vraag
Moeten de bepalingen van de Achtste richtlijn (79/1072/[EEG]) (1) en het beginsel van fiscale neutraliteit aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan/hebben gestaan aan een wettelijke regeling van een lidstaat waarin met het oog op het beginsel van belastingzekerheid de voorwaarden om van het recht op teruggaaf van belasting over de toegevoegde waarde gebruik te kunnen maken zijn/waren geregeld, zoals in het onderhavige geval het bewijs dat de leverancier de belasting over de toegevoegde waarde heeft betaald?
(1) Achtste Richtlijn 79/1072/EEG van de Raad van 6 december 1979 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen (PB L 331, blz. 11).