26.3.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 112/13 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 11 december 2017 — PORR Építési Kft./Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
(Zaak C-691/17)
(2018/C 112/18)
Procestaal: Hongaars
Verwijzende rechter
Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: PORR Építési Kft.
Verwerende partij: Nemzeti Adó- és Vámhivatal Fellebbviteli Igazgatósága
Prejudiciële vragen
1) |
Dienen de bepalingen van richtlijn 2006/112/EG (1), in het bijzonder de beginselen van evenredigheid, fiscale neutraliteit en doeltreffendheid, aldus te worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen de praktijk van een nationale belastingautoriteit die, terwijl geen sprake is van belastingfraude, de uitoefening van het recht op belastingaftrek op basis van een factuur die is opgemaakt volgens de gewone btw-regeling, weigert omdat over de transactie een factuur op grond van de verleggingsregeling opgemaakt had moeten worden, maar vóór de weigering van het recht op aftrek
|
2) |
Dienen de bepalingen van richtlijn 2006/112/EG, in het bijzonder de beginselen van evenredigheid, fiscale neutraliteit en doeltreffendheid, aldus te worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen de praktijk van een nationale belastingautoriteit die de uitoefening van het recht op belastingaftrek op basis van een factuur die is opgemaakt volgens de gewone btw-regeling, weigert omdat over de transactie een factuur op grond van de verleggingsregeling opgemaakt had moeten worden, maar geen beslissing neemt over de terugbetaling van de bij vergissing betaalde belasting aan de ontvanger van de factuur, hoewel de opsteller van de factuur de op de facturen vermelde btw overigens aan de schatkist heeft betaald? |
(1) Richtlijn van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).