Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

11.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 54/5


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunalul Timiş (Roemenië) op 13 november 2018 — Amărăşti Land Investment SRL / Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Timişoara, Administraţia Judeţeană a Finanţelor Publice Timiş

(Zaak C-707/18)

(2019/C 54/08)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Tribunalul Timiş

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Amărăşti Land Investment SRL

Verwerende partijen: Direcţia Generală Regională a Finanţelor Publice Timişoara, Administraţia Judeţeană a Finanţelor Publice Timiş

Prejudiciële vragen

1)

Moet richtlijn 2006/112 (1), met name de artikelen 24, 28, 167 en artikel 168, onder a), aldus worden uitgelegd dat wanneer, in geval van een verkoop van onroerende goederen die niet zijn ingeschreven in het Registrul național de publicitate imobiliară (cartea funciară) (nationaal register van publiciteit voor onroerend goed; hierna: „kadaster”) en die op het moment van levering niet kadastraal bekend zijn, de belastingplichtige koper zich op grond van de overeenkomst ertoe verbindt om, op zijn kosten, de noodzakelijke stappen te ondernemen voor eerste inschrijving van deze goederen in het kadaster goed, hij een dienst ten behoeve van de verkoper verricht dan wel diensten betrekt die verband houden met zijn investering in onroerend goed waarvoor hij recht op aftrek van de btw behoort te krijgen?

2)

Kan richtlijn 2006/112, met name artikel 167 en artikel 168, onder a), aldus worden uitgelegd dat de kosten die de belastingplichtige koper heeft gemaakt voor eerste inschrijving in het kadaster van onroerende goederen waarvoor hij aanspraak kan maken op de toekomstige overdracht van het eigendomsrecht en die hem zijn geleverd door de verkoper wiens eigendomsrecht op deze goederen niet in het kadaster is ingeschreven, kunnen worden aangemerkt als aan de investering voorafgaande handelingen waarvoor de belastingplichtige recht op btw-aftrek geniet?

3)

Moeten de bepalingen van richtlijn 2006/112, met name de artikelen 24, 28, 167 en artikel 168, onder a), aldus worden uitgelegd dat de kosten die de belastingplichtige koper maakt voor eerste inschrijving in het kadaster van onroerende goederen die aan hem zijn geleverd en waarvoor hij, op grond van een overeenkomst, aanspraak maakt op de toekomstige overdracht van het eigendomsrecht door de verkoper wiens eigendomsrecht op deze goederen niet in het kadaster is ingeschreven, worden aangemerkt als een ten behoeve van de verkoper verrichte dienst in omstandigheden waarin de koper en de verkoper zijn overeengekomen dat de tegenwaarde voor inschrijving in het kadaster niet in de prijs van de onroerende goederen is inbegrepen?

4)

Dienen, in de zin van richtlijn 2006/112, de kosten voor de administratieve handelingen betreffende de onroerende goederen die aan deze koper zijn geleverd en waarvoor hij, op grond van een overeenkomst, aanspraak maakt op de toekomstige overdracht van het eigendomsrecht door de verkoper — waaronder doch niet uitsluitend de kosten voor eerste inschrijving in het kadaster — noodzakelijkerwijs door de verkoper te worden gedragen? Of kunnen deze kosten ook door de koper of door een van de partijen bij de transactie worden gedragen, overeenkomstig hetgeen tussen partijen is overeengekomen, met als gevolg dat het recht op btw-aftrek aan die persoon toekomt?


(1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).