Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

11.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 383/39


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Arbitral Tributário (Centro de Arbitragem Administrativa – CAAD) (Portugal) op 30 juli 2019 – FRENETIKEXITO – UNIPESSOAL, LDA/Autoridade Tributária e Aduaneira

(Zaak C-581/19)

(2019/C 383/47)

Procestaal: Portugees

Verwijzende rechter

Tribunal Arbitral Tributário (Centro de Arbitragem Administrativa – CAAD)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: FRENETIKEXITO – UNIPESSOAL, LDA

Verwerende partij: Autoridade Tributária e Aduaneira

Prejudiciële vragen

1)

Indien een vennootschap, zoals in de onderhavige zaak,

a)

als hoofdactiviteit fitness- en welzijnsactiviteiten aanbiedt en daarnaast ook gezondheidsgerelateerde activiteiten aanbiedt, waaronder voedingsdiensten, voedingsadvies en evaluaties van de fysieke conditie, en massages;

b)

haar klanten programma’s aanbiedt die uitsluitend fitnessdiensten omvatten en programma’s die daarnaast ook voedingsdiensten omvatten,

moet voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 (1) dan worden besloten dat de gezondheidsgerelateerde activiteiten, en meer in het bijzonder de voedingsdienst, ondergeschikt zijn aan de fitness- en welzijnsactiviteiten, waardoor de nevendienst dezelfde fiscale behandeling dient te krijgen als de hoofddienst, of moet daarentegen worden besloten dat de gezondheidsgerelateerde activiteiten, en meer in het bijzonder de voedingsdienst, en de fitness- en welzijnsactiviteiten onderscheiden en zelfstandige diensten zijn, waardoor de respectieve fiscale behandelingen voor elk van deze activiteiten van toepassing zouden zijn?

2)

Is het voor de toepassing van de in artikel 132, lid 1, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 bedoelde vrijstelling noodzakelijk dat de in die bepaling vermelde diensten daadwerkelijk worden verricht, of volstaat het voor de toepassing van die vrijstelling dat de diensten worden aangeboden, waardoor het gebruik ervan uitsluitend afhangt van de wil van de klant?


(1)  Richtlijn van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).