Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

9.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 378/17


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Judecătoria Oradea (Roemenië) op 30 juli 2020 — Promexor Trade Srl / Direcția Generală a Finanțelor Publice Cluj — Administrația Județeană a Finanțelor Publice Bihor

(Zaak C-358/20)

(2020/C 378/21)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Judecătoria Oradea

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Promexor Trade Srl

Verwerende partij: Direcția Generală a Finanțelor Publice Cluj — Administrația Județeană a Finanțelor Publice Bihor

Prejudiciële vragen

1)

Staan richtlijn 2006/112/EG (1) en het beginsel van fiscale neutraliteit in de weg aan een nationale regeling waarbij een lidstaat een onderdaan verplicht om voor onbepaalde tijd btw te innen en aan de staat af te dragen zonder hem tegelijkertijd recht op aftrek van btw te verlenen, op grond dat zijn btw-nummer ambtshalve is ingetrokken omdat hij in zijn btw-aangiften over zes opeenvolgende maanden/twee opeenvolgende kalendertrimesters geen aan btw onderworpen transacties heeft vermeld?

2)

Verzetten het rechtszekerheidsbeginsel, het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen, het evenredigheidsbeginsel en [het beginsel van] loyale samenwerking, zoals deze voortvloeien uit richtlijn 2006/112/EG, zich in het licht van de omstandigheden van het hoofdgeding tegen een nationale regeling of een praktijk van de belastingdienst op grond waarvan de lidstaat een rechtspersoon waarvan het btw-nummer ambtshalve is ingetrokken weliswaar in de regel op diens verzoek toestaat om zich opnieuw voor de btw te laten registreren, maar een belastingplichtige in bepaalde concrete omstandigheden op zuiver formele gronden geen nieuwe registratie voor de btw kan aanvragen, en verplicht is om voor onbepaalde tijd btw te innen en aan de staat af te dragen zonder dat hem het bijbehorende recht op btw-aftrek wordt verleend?

3)

Moeten het rechtszekerheidsbeginsel, het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen, het evenredigheidsbeginsel en [het beginsel van] loyale samenwerking, zoals deze voortvloeien uit richtlijn 2006/112/EG, gelet op de omstandigheden van het hoofdgeding aldus worden uitgelegd dat ze eraan in de weg staan dat een belastingplichtige de verplichting wordt opgelegd om voor onbepaalde tijd btw te innen en af te dragen zonder dat hij evenwel btw mag aftrekken, en zonder dat de belastingdienst in dat geval de materiële voorwaarden voor het recht op btw-aftrek onderzoekt of dat er sprake is van fraude door de belastingplichtige?


(1)  Richtlijn van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).