Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go





Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 15 juni 2006 – Commissie / Finland

(Zaak C-249/05)

„Niet-nakoming – Artikelen 28 EG en 49 EG – Zesde BTW-richtlijn – Artikelen 21 en 22 – Verplichting voor belastingplichtige die is gevestigd in andere lidstaat dan die waar hij belastbare handelingen verricht, om fiscaal vertegenwoordiger aan te wijzen die niet rechtstreeks BTW-plichtig is”

Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Belastingplichtigen (Richtlijn 77/388 van de Raad, art. 21 en 22) (cf. punt 56 en dictum)

Voorwerp

Niet-nakoming – Schending van artikelen 28 EG en 49 EG alsmede van artikelen 21 en 22 van Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) – Nationale wettelijke regeling die niet in binnenland gevestigd belastingplichtige die aldaar belastbare handelingen verricht, verplicht om fiscaal vertegenwoordiger aan te wijzen die niet rechtstreeks belastingplichtig is

Dictum

 

Door niet in Finland gevestigde belastingplichtigen die aldaar belastbare handelingen verrichten en die zijn gevestigd in een andere lidstaat of in een derde land waarmee een overeenkomst betreffende wederzijdse bijstand van de inzake indirecte belastingen bevoegde autoriteiten is gesloten waarvan het toepassingsgebied overeenkomt met dat van richtlijn 76/308/EEG van de Raad van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten en belastingen alsmede andere maatregelen, zoals gewijzigd bij richtlijn 2001/44/EG van de Raad van 15 juni 2001, en van verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 218/92, te verplichten om een fiscaal vertegenwoordiger aan te wijzen, is de Republiek Finland de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 21 en 22 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 2001/115/EG van de Raad van 20 december 2001.

 

De Republiek Finland wordt verwezen in de kosten.