Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

Avis juridique important

|

61989J0031

ARREST VAN HET HOF VAN 23 MEI 1990. - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN KONINKRIJK SPANJE. - NIET-NAKOMING - RICHTLIJN 83/183/EEG VAN DE RAAD - NATIONALE WETGEVING NIET IN OVEREENSTEMMING MET GEMEENSCHAPSRECHTELIJKE VERPLICHTINGEN. - ZAAK C-31/89.

Jurisprudentie 1990 bladzijde I-02139
Pub.RJ bladzijde Pub somm


Samenvatting
Partijen
Dictum

Trefwoorden


++++

Lid-Staten - Verplichtingen - Uitvoering van richtlijnen - Niet-nakoming - Rechtvaardiging - Ontoelaatbaarheid

( EEG-Verdrag, artikel 169 )

Samenvatting


Volgens vaste rechtspraak kan een Lid-Staat zich niet beroepen op nationale bepalingen, praktijken of situaties ter rechtvaardiging van de niet-nakoming van verplichtingen en termijnen die in gemeenschapsrichtlijnen besloten liggen .

Partijen


in zaak C-31/89,

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door D . Calleja, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verzoekster,

tegen

Koninkrijk Spanje, vertegenwoordigd door J . Conde de Saro, directeur-generaal Communautaire juridische en institutionele cooerdinatie, en R . García-Valdecasas y Fernandez, abogado del Estado, hoofd van de Juridische dienst van de staat voor de betrekkingen met het Hof van Justitie, als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter Spaanse ambassade, 4-6, boulevard Emmanuel-Servais,

verweerder,

betreffende een verzoek aan het Hof om vast te stellen dat het Koninkrijk Spanje de krachtens het EEG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen door, in strijd met het bepaalde in richtlijn 83/183/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de belastingvrijstellingen bij definitieve invoer uit een Lid-Staat van persoonlijke goederen door particulieren ( PB 1983, L 105, blz . 64 ), geen vrijstelling van BTW te verlenen bij definitieve invoer door particulieren van motorrijtuigen voor privé-gebruik, aanhangwagens, motorrijwielen, pleziervaartuigen en sportvliegtuigen uit een andere Lid-Staat .

HET HOF VAN JUSTITIE,

samengesteld als volgt : O . Due, president, C . N . Kakouris en M . Zuleeg, kamerpresidenten, R . Joliet, J . C . Moitinho de Almeida, G . C . Rodríguez Iglesias en M . Díez de Velasco, rechters,

( rechtsoverwegingen niet opgenomen )

rechtdoende, verklaart :

Dictum


1 ) Door in strijd met het bepaalde in richtlijn 83/183/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de belastingvrijstellingen bij definitieve invoer uit een Lid-Staat van persoonlijke goederen door particulieren, geen vrijstelling van BTW te verlenen bij definitieve invoer door particulieren van motorrijtuigen voor privé-gebruik, aanhangwagens, motorrijwielen, pleziervaartuigen en sportvliegtuigen uit een andere Lid-Staat, is het Koninkrijk Spanje de krachtens het EEG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet nagekomen .

2 ) Het Koninkrijk Spanje wordt verwezen in de kosten van de procedure .