Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET HOF

18 september 2012 (*)

„Doorhaling”

In zaak C-473/11,

betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 258 VWEU, ingesteld op 16 september 2011, in de procedure

Europese Commissie, vertegenwoordigd door L. Lozano Palacios en W. Roels als gemachtigden,

verzoekster,

tegen

Koninkrijk der Nederlanden, vertegenwoordigd door C. Wissels en M. A. M. de Ree als gemachtigden,

verweerder,

ondersteund door:

Tsjechische Republiek, vertegenwoordigd door M. Smolek, J. Očková en T. Müller, als gemachtigden,

Franse Republiek, vertegenwoordigd door G. de Bergues als gemachtigde,

Portugese Republiek, vertegenwoordigd door L. Inez Fernandes, M. Nabais Rebelo en R. Belchior de Campos Laires als gemachtigden,

interveniënten,

geeft

DE PRESIDENT VAN HET HOF,

advocaat-generaal E. Sharpston gehoord,

de navolgende

Beschikking

1        Bij brief neergelegd ter griffie van het Hof op 26 juli 2012, heeft de Commissie het Hof overeenkomstig artikel 78 van het Reglement voor de procesvoering medegedeeld dat zij afstand doet van instantie en heeft zij verzocht het Koninkrijk der Nederlanden overeenkomstig artikel 69, lid 5, van het Reglement voor de procesvoering te verwijzen in de kosten.

2        Verweerder heeft binnen de gestelde termijn geen opmerkingen over deze afstand van instantie ingediend.

3        Ingevolge artikel 69, lid 5, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering wordt de partij die afstand doet van instantie in de proceskosten veroordeeld, voor zover dit door de wederpartij in haar opmerkingen over de afstand van instantie is gevorderd. Op vordering van eerstbedoelde partij wordt evenwel de wederpartij in de kosten veroordeeld, indien dit op grond van de houding van deze partij gerechtvaardigd lijkt.

4        In casu zijn het beroep en de daaropvolgende afstand van instantie door de Commissie het gevolg van de houding van het Koninkrijk der Nederlanden, dat pas na de instelling van het beroep de nodige maatregelen heeft genomen om aan zijn verplichtingen te voldoen.

5        Het Koninkrijk der Nederlanden dient derhalve in de kosten te worden verwezen.

De president van het Hof beschikt:

1)      Zaak C-473/11 wordt doorgehaald in het register van het Hof.

2)      Het Koninkrijk der Nederlanden wordt verwezen in de kosten.

Luxemburg, 18 september 2012.

De griffier

 

      De president

A. Calot Escobar

 

      V. Skouris


* Procestaal: Nederlands