Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 116/11


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte Suprema di Cassazione (Italië) op 25 februari 2008 — Amministrazione delle Finanze, Agenzia delle Entrate/Paint Graphos scarl

(Zaak C-78/08)

(2008/C 116/19)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte Suprema di Cassazione

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Amministrazione delle Finanze, Agenzia delle Entrate

Verwerende partij: Paint Graphos scarl

Prejudiciële vragen

1)

Zijn de maatregelen inzake belastingvoordelen voor de coöperatieve vennootschappen, in de versie van de artikelen 10, 11, 12, 13 en 14 van D.P.R. 601 van 1973, verenigbaar met de mededingingsregels, en kunnen zij in casu worden aangemerkt als staatssteun in de zin van artikel 87 EG, vooral in geval van een niet-adequaat systeem tot controle en correctie van misbruik als bedoeld in Decreto Legislativo del Capo Provvisorio dello Stato nr. 1577/1947?

2)

Kunnen die bestreden maatregelen inzake belastingvoordelen, in het bijzonder met het oog op het probleem van de kwalificatie daarvan als staatssteun, evenredig worden geacht aan de doeleinden van de coöperatieve vennootschap? Kan bij de beoordeling van de evenredigheid, behalve met de afzonderlijke maatregel, ook rekening worden gehouden met het voordeel dat met de daaruit voortvloeiende mededingingsverstoring door de maatregelen in hun geheel wordt toegekend?

Voor het antwoord op de voorgaande vragen moet rekening worden gehouden met het feit dat het controlesysteem door de hervorming van het vennootschapsrecht volgens wet nr. 311 van 2004, vooral voor de coöperaties met overwegende en niet-volledige wederkerigheid, nog verder ernstig is verzwakt.

3)

Kan, ongeacht of de betrokken belastingvoordelen als staatssteun kunnen worden aangemerkt, het gebruik van de coöperatieve vennootschapsvorm, ook buiten de gevallen van fraude of bedrog, worden aangemerkt als rechtsmisbruik indien die vorm uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt om een belastingbesparing te verwezenlijken?