20.12.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 327/21 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākās tiesas Senāta (Republiek Letland) Administratīvo lietu departaments op 23 oktober 2008 — Alstom Power Hydro/Valsts ieņēmumu dienests
(Zaak C-472/08)
(2008/C 327/37)
Procestaal: Lets
Verwijzende rechter
Augstākās tiesas Senāta
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Alstom Power Hydro
Verwerende partij: Valsts ieņēmumu dienests
Prejudiciële vraag
Moet artikel 18, lid 4, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 (1) aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling (omissis) volgens welke voor het recht op teruggaaf van het btw-overschot (het verschil tussen verschuldigde belasting en aftrekbare voorbelasting) een vervaltermijn van drie jaar geldt?
(1) Zesde Richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1).