Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

References to this case

Share

Highlight in text

Go

13.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/21


Beroep ingesteld op 1 december 2009 — Europese Commissie/Portugese Republiek

(Zaak C-493/09)

2010/C 37/25

Procestaal: Portugees

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: R. Lyal en M. Afonso, gemachtigden)

Verwerende partij: Portugese Republiek

Conclusies

vaststellen dat de Portugese Republiek, door de dividendontvangsten van niet-ingezeten pensioenfondsen zwaarder te belasten dan de dividendontvangsten van op Portugees grondgebied gevestigde pensioenfondsen, de krachtens artikel 63 VWEU en artikel 40 EER op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

Portugese Republiek verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Dividendontvangsten van pensioenfondsen die overeenkomstig de Portugese wettelijke regeling zijn opgericht en functioneren, zijn krachtens de bepalingen van het Estatuto dos Beneficios Fiscais (regeling inzake belastingvoordelen) en de Código do Imposto sobre o Rendimento das Pessoas Colectivas (wet op de vennootschapsbelasting) volledig vrijgesteld van vennootschapsbelasting, terwijl de dividendontvangsten van niet-ingezeten pensioenfondsen wel aan vennootschapsbelasting zijn onderworpen, die 10 tot 20 % bedraagt, naargelang er al dan niet een bilaterale overeenkomst tussen Portugal en de staat van vestiging is gesloten en naargelang van de bepalingen van een dergelijke overeenkomst. Het gaat om een definitieve bronbelasting.

De verschillende behandeling van niet-ingezeten pensioenfondsen door de Portugese belastingregeling maakt het voor deze fondsen minder rendabel en aantrekkelijk om in Portugese ondernemingen te investeren. Deze belastingregeling vormt dus een door artikel 63 VWEU en artikel 40 EER verboden beperking.

De discriminatie van niet-ingezeten pensioenfondsen, die nefaste gevolgen heeft voor de competitiviteit van de financiële markten van de Europese Unie en voor het rendement van de door de pensioenfondsen verrichte investeringen, kan door geen van de door de Portugese Republiek aangevoerde redenen worden gerechtvaardigd.